What’s your story
“Cultuur kleurt het leven”
Warsha Atwarie (30) is kindercoach en richt zich op ouders en kinderen uit multiculturele gezinnen. Vanaf haar zestiende ging ze al oppassen. Met veel liefde en plezier zorgde ze in grote gezinnen voor baby’s, peuters en pubers:
“Het ging voor mij verder dan alleen het oppassen. Onbewust was ik altijd bezig met het ontdekken van talenten bij de kinderen en merkte ik dat ik ze daar toen al goed in kon ondersteunen.”
Ze studeerde af als secretaresse en kreeg in de jaren die volgden vaak de vraag waarom ze niet iets met kinderen ging doen:
“Mensen gaven aan dat als hun kinderen met mij aan de slag gingen, er veel meer uit ze kwam. Dat motiveerde mij steeds meer om te zoeken naar een goede vorm waarin ik met kinderen kon gaan
werken. Via mijn werkgever, waar ik nog steeds parttime werk, kreeg ik een traject aangeboden om verschillende testen en trainingen te kunnen doen. Daar kwam uiteindelijk kindercoaching uit. Ik kende
het helemaal nog niet. Drie jaar geleden ben ik uiteindelijk de opleiding tot kindercoach gaan volgen.”
“Ik vind het belangrijk om respect te tonen voor alle verschillende culturen.”
De intensieve opleiding duurde zeven maanden. Washa liep stage en ging thuis bij gezinnen voorlezen om kinderen met een taalachterstand te helpen:
“Ik kwam terecht bij een Turks gezin waar ik nog steeds goed contact mee heb. Ik ging zelf op zoek naar boekjes om uit voor te lezen en al vrij snel kwam ik er achter dat er heel weinig diversiteit is in kinderboeken. Ook merkte ik dat het veel meer is dan voorlezen. Hoe maak je het lezen leuk voor de kinderen? Hoe sluit je goed aan?”
Warsha wil culturele verschillen dan ook graag bespreekbaar maken binnen gezinnen:
“Dat is nog best ingewikkeld als je niet online gefileerd wil worden. Maar ik voel de urgentie om tips te geven aan ouders hoe ze, juist over deze gevoelige onderwerpen, het gesprek aan kunnen gaan met hun kind.
Ongeacht je standpunt. Ik vind het belangrijk om respect te tonen voor alle verschillende culturen, ook als deze anders zijn dan de mijne.”
“Presteren was belangrijker dan wat ik voelde, wilde en kon.”
Vanuit deze drive ging ze na de opleiding als kindercoach aan de slag:
“Tijdens mijn opleiding was ik de
jongste en ook was ik het enige kind van kleur. In Amsterdam hè! Zelf had ik in mijn jeugd echt wel een kindercoach kunnen gebruiken. Ik was super verlegen. Mensen liepen over me heen en ik kon moeilijk ‘nee’ zeggen. De prestatiedruk was vanuit huis hoog. Presteren was belangrijker dan wat ik voelde, wilde en
kon. Ik moest met voldoendes thuiskomen. Je er gaat als kind over liegen omdat je je ouders niet wil
teleurstellen. Ondertussen ben ik er wel achter gekomen dat dit cultuur overstijgt. Ook bij Nederlandse gezinnen gebeurt dit. Ik kom vaak ouders tegen met kinderen in groep 7-8 die zeggen: “Mijn kind kan veel meer”. Veelal komt dat voort uit dat ze zelf meer willen. Vaak kunnen kinderen ook wel meer, maar soms ook gewoon niet.”
Het verwachtingspatroon van ouders doet veel met kinderen, vanuit elke culturele achtergrond:
“Ik zie dat decommunicatie hierover verschilt, maar de strekking blijft hetzelfde. Je wil erkenning vanuit de Nederlandse samenleving maar ook van je familie en vrienden. Op bepaalde momenten is het voor mij best lastig geweest om goede keuzes te maken binnen deze twee werelden. Het voelde alsof ik met een been in de ene cultuur stond en met mijn andere been in de andere. Ik was de balans daarin regelmatig even kwijt. Wanneer je wat ouder wordt, ontwikkel je eigen normen en waarden. Ik ging meer van de wereld zien en ontwikkelde mijn eigen perspectief op het leven.”
“Ik wil juist deze kinderen begeleiden zodat ze sterk in hun schoenen kunnen staan.”
Zelf heeft ze een Surinaams-Hindoestaanse culturele achtergrond:
“Mijn ouders wonen al zo’n 40 jaar in Nederland en zelf ben ik hier geboren. Ik kom uit een traditioneel gezin maar ben ook westers opgegroeid. Ik had een bemiddelende rol tussen mijn ouders en de buitenwereld. Ook nu loop ik nog tegen culturele verschillen aan. Ik ben inmiddels dertig en vanuit de oudere familie- en vriendenkring komt wel steeds vaker de vraag of het niet tijd is voor huisje, boompje, beestje. Carrière maken en de wereld een beetje mooier achterlaten, is voor hun minder relevant.”
En het is duidelijk dat Warsha dat wel nastreeft. De noodzaak van bewustwording rondom in- en
uitsluiting (racisme) is actueler dan ooit: de zwarte pieten discussie, ongelijke kansen op de arbeids- en woningmarkt, etnisch profileren. Warsha wil graag haar bijdrage leveren om hier doorheen te breken en doet dit nu vanuit haar rol als coach, op gezinsniveau:
“Ik denk dat er binnen multiculturele gezinnen nog een iets groter taboe rust op het inschakelen van hulp. Zonde, want kindercoaching is eigenlijk heel laagdrempelig. Je geeft handvatten en uiteindelijk doen de gezinnen het zelf. Je kind is niet gek, maar negeer niet dat een beetje extra hulp heel welkom kan zijn. Op jonge leeftijd kan je al zo goed werken aan je talenten, vaardigheden en ontwikkeling. Durf hier – ook financieel – in te investeren. Je moet enorm hard je best doen om een bepaalde positie te krijgen in de maatschappij. Solliciteren is een ding, puur om je achternaam en kleur. Anno 2020 gebeurt dat nog steeds. Ik wil juist deze kinderen begeleiden zodat ze sterk in hun schoenen kunnen staan. Er wordt nog zoveel gepest op scholen bijvoorbeeld. Als kind ontwikkel je heel gemakkelijk faalangst. Ik noem het liever straalangst. Ze durven niet te stralen. Ik wil ze laten voelen dat ze goed zijn zoals ze zijn.”
“Geloof dat je kind grote dromen kan najagen.”
Bewustwording tussen ouders en kinderen is hierin ook een belangrijke sleutel: “Er zijn vaak handvatten en uiteindelijk doen de gezinnen het zelf. Je kind is niet gek, maar negeer niet dat een beetje extra hulp heel welkom kan zijn. Op jonge leeftijd kan je al zo goed werken aan je talenten, vaardigheden en ontwikkeling. Durf hier – ook financieel – in te investeren. Je moet enorm hard je best doen om een bepaalde positie te krijgen in de struggles tussen kind en ouder. Omdat je als kind sneller verwestert dan je ouders, gaat dat botsen. Hun kind krijgt een ander perspectief op mensen en het leven maar vaak
zien de ouders dat in eerste instantie niet gebeuren. Pas als we het er samen over hebben, vallen er kwartjes. Ze hebben niet door dat er cultuurbarrières zijn.”
Tegen de kinderen zou ze willen zeggen:
“Ga elkaar niet kopiëren. Blijf geloven in de dingen die jij leuk vindt en blijf dicht bij jezelf.”
En tegen hun ouders:
“Geloof dat je kind grote dromen kan najagen. Haal dromen niet neer met vragen als: “Kan je daar wel voldoende geld mee verdienen?” Laat ze lekker groot dromen. Wie weet komt het wel uit.”